Herman Finkers – Jaknikkers Lyrics
Ik werd onzeker.
Ik begon enorm aan mezelf te twijfelen
En de volgende ochtend, ik weet het nog goed, de volgende ochtend, ik werd wakker, deed een plas, stond op en dacht: "Verrek, het moest andersom"
Terwijl ik het verschoonde, kreeg ik enorm veel zin mezelf van kant te maken.
Ik twijfelde verschrikkelijk aan mezelf.
Ik had bevestiging nodig en ben daarom naar de jaknikkers in Schoonebeek gegaan
Ik zei tegen zo'n jaknikker: "Heb jij dat ook wel eens, dat je 's morgensvroeg wakker wordt en dan al gelijk enorm veel zin hebt om jezelf van kant te maken?"
"Nee", zei de jaknikker
Er kwam een man voorbij op de fiets.
Ik schopte hem van de fiets.
Ik zei tegen hem: "Heeft u dat ook wel eens, dat u 's morgensvroeg wakker wordt en dan al gelijk enorm veel zin hebt om jezelf van kant te maken?"
"Nee", zei de man, "Ik ben een avondmens.
Bovendien is zelfmoord plegen wel het laatste wat ik zou doen"
Ik trok mijn pistool.
De man sprong op de fiets en riep: "Ik haal de politie erbij!"
Ik richtte het pistool op mijn slaap en zei: "Nou, die komt dan mooi te laat...
Want ik heb een onmogelijke liefde.
En zonder haar kan ik niet leven"
Het leek erop dat ik een schot in het gezicht had overleefd.
Ik kon het haast niet geloven.
Maar toen ik na tien dagen nog geen ontbindingsverschijnselen begon te vertonen, toen moest ik het wel geloven
Voor alle zekerheid ben ik toch maar even naar het ziekenhuis gegaan.
Ik werd daar in dat ziekenhuis gelijk op een brancard gesmeten, de operatiekamer ingereden en op de operatietafel gekwakt.
De chirurg sneed mijn buikholte open, haalde de darmen eruit en zei:
"Zo, dat is dat, wat mankeert deze man?"
Ik zei: "Ik voel mij een depressief"
"O ja? Dat is niet leuk he?" "Nee, dat is niet leuk"
"Nog lichamelijke klachten?"
"Ja, moe, dokter, ik ben de laatste tijd zo moe.
Moe zonder dat ik weet waarom.
Soms kun je het achterhalen.
Als je in het voorjaar moe bent, kan dat voorjaarsmoeheid zijn en als je net stamppot gegeten hebt, kan dat aardappelmoeheid zijn.
Maar deze moeheid, dokter, kan ik niet verklaren"
"Ik wel", zei de dokter,
"U bent levensmoe".
Nou, ik opgelucht